Jaarverslag 2019

Financiering

Kengetallen

Kengetallen

Er zijn verschillende invalshoeken om schuld en de houdbaarheid ervan te beoordelen. In mei 2015 is een wijzigingsbesluit van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) genomen. Dit schrijft het invoeren van een verplichte set van financiële kengetallen in de begroting en jaarrekening voor. Dit is om de financiële positie en wendbaarheid van de gemeente transparanter en begrijpelijker te maken. Van deze kengetallen worden de netto schuldquote en de solvabiliteitsratio in deze paragraaf verder toegelicht, samen met de vanuit de Wet Fido verplichte kengetallen kasgeldlimiet en renterisiconorm. In onderstaande tabel staan de kengetallen die gerelateerd zijn aan de schuld.

Kengetallen schuld

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Begroting 2020

Netto schuldquote

129%

122%

125%

125%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

116%

113%

119%

118%

Solvabiliteit

15,8%

14,7%

16,9%

16,0%

Kasgeldlimiet

9,8%

5,9%

11,5%

8,5%

Renterisiconorm

8%

8%

7%

9%

De schuld van Zaanstad is hoog. Dit wordt tevens weerspiegeld in een hoge schuldquote en een lage solvabiliteit. Tegelijkertijd is de betaalbaarheid van de schuld, mede door de gestaag dalende rentelasten, de afgelopen jaren niet onder druk komen te staan. De kengetallen moeten ook tegen die achtergrond worden bezien, hoge of lage rentestanden resulteren niet direct in andere kengetallen. Door de lage rente kan het risico voor de begroting beheersbaar blijven. De lage rente wordt nu tevens gebruikt om de begroting weerbaar te maken tegen eventuele rentestijgingen. Door de looptijd van de leningen meerjarig uit te smeren en juiste lange leningen aan te gaan, zullen toekomstige rentestijgingen niet direct tot grote kostenstijgingen leiden.

Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft dus een indicatie van de mate waarin de kapitaallasten op de exploitatie drukken. De netto schuldquote wordt berekend door de netto schuld conform BBV te delen door de totale baten (exclusief mutaties reserves). Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote weergegeven zonder en met correctie voor verstrekte leningen. Door de geleidelijke stijging van de gemeentelijke inkomsten (baten voor bestemming) in de afgelopen jaren blijft de schuldquote ondanks een stijgende schuld redelijk constant.

Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio geeft aan welk deel (percentage) van het totaal van wat de gemeente aan geldwaarde heeft (balanstotaal) wordt gevormd door het eigen vermogen.
De omvang van het eigen vermogen is in verhouding tot de omvang van de balans, de begroting en de lopende projecten relatief klein, maar wordt wel toereikend geacht. De komende jaren wordt weer een geleidelijke verbetering verwacht. De VNG geeft als signaalwaarde een percentage van 20%. Nederlandse gemeenten gaan vanwege het artikel 12 vangnet uit de Financiële Verhoudingswet niet failliet en worden nooit geliquideerd. Daarom heeft dit kengetal ondanks deze signaalwaarde maar beperkte waarde. Ook worden investeringen in maatschappelijk nut geactiveerd die niet verkoopbaar zijn, zodat de reserves niet de liquiditeitswaarde weergeven. De vraag of de gemeente de schuld met zijn inkomen kan betalen, is daarom veel belangrijker.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet beoogt de budgettaire gevolgen van schommelingen in de rente op korte leningen te beheersen en bedraagt conform de Wet Fido maximaal gemiddeld 8,5% van het begrotingstotaal. Hierbij geldt dat een overschrijding van de kasgeldlimiet twee achtereenvolgende kwartalen is geoorloofd. Zaanstad probeert de kasgeldlimiet maximaal te benutten. Dit zorgt ervoor dat het gemiddelde voor een heel jaar boven 8,5% uit kan komen.

Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een limiet aan het renterisico voor de lange termijn financiering. Het renterisico is het geldbedrag aan leningen dat in een bepaald jaar aan renteherziening en herfinanciering onderhevig en is gerelateerd aan de begrotingsomvang. De renterisiconorm bedraagt maximaal 20% van de begrotingsomvang van het begrotingsjaar. Als de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen worden begrensd tot 20% van de begroting, leidt een rentestijging van 1 procentpunt tot maximaal 0,2 procentpunt hogere rentelasten op de begroting. Zaanstad heeft als beleid een renterisiconorm van maximaal 10%. Met de huidige lage rente wordt erop ingezet de renterisiconorm verder naar beneden om te buigen. Vanaf 2026 ligt deze beneden 5%.

ga terug